Infrastructuren worden steeds meer gebaseerd op hyperconverged oplossingen, zoals Simplivity, Nutanix, Atlantis, maar ook VMware VSAN (Virtual SAN). Dit is eenvoudig verklaarbaar omdat deze oplossingen een behoorlijke verlaging in de CapEx en OpEx opleveren. Bij hyperconverged oplossingen is de reken- en de opslagcapaciteit als het ware een geheel geworden en wordt er geen gebruik gemaakt van centrale opslagsystemen. Overigens is een combinatie van hyperconverged oplossingen en centrale opslagsystemen ook goed mogelijk. VMware VSAN heeft een iets andere benadering dan de andere hyperconverged oplossingen in de markt. Deze blog beschrijft deze benadering.

De VMware VSAN benadering

Hypervisor integratie VSAN is de enige hyperconverged oplossing die volledig geïntegreerd is binnen de hypervisor. Andere oplossingen maken gebruik van een aparte virtuele machine per host die bovenop de hypervisor draait. Door de integratie met de hypervisor wordt data door de hypervisor meteen naar disk geschreven, wat de maximale performance oplevert. Daarnaast levert dit een minimale impact op de resources van de host op. VSAN is ontworpen om maximaal 10% van de CPU en geheugenresources te gebruiken. In de praktijk blijkt dit in vSphere 6 aanmerkelijk minder te zijn. Daar staat tegenover dat VSAN enkele functionaliteiten mist, zoals in-line deduplicatie en compressie, die andere hyperconverged oplossingen wel hebben en die veel CPU en geheugenresources kosten. Eenvoudige installatie Voor VSAN is geen installatie nodig. De functionaliteit hoeft alleen aangezet te worden op één of meerdere cluster. Er kan bij het aanzetten gekozen worden om automatisch lokale disks toe te wijzen aan VSAN. Hierna is de VSAN datastore meteen operationeel is. De beheerder ziet in vCenter een nieuw object vsanDataStore en kan de opslag meteen gebruiken. Overigens moeten wel eerst de randvoorwaarden ingevuld zijn: de lokale disks moeten beschikbaar zijn op de host en een VSAN netwerk moet geconfigureerd zijn. Eenvoudig beheer VSAN is volledig geïntegreerd met VMware Storage Policy Based Management (SPBM), API's for Storage Awareness (VASA) en Virtual Volumes (VVOLs). Wat betekent dit? Zodra VSAN aangezet is op een cluster, wordt de VASA provider geregistreerd met vCenter, zodat alle functionaliteit van VSAN zichtbaar wordt bij het definiëren van policies. Hierdoor is het mogelijk om meerdere policies te maken met verschillende functionaliteit op dezelfde storage pool. Aan verschillende VM's kunnen andere service levels gekoppeld worden, gebaseerd op performance, beschikbaarheid en beveiliging. De VM objecten worden na toekennen van een policy gecreëerd op de VSAN datastore als een VVOL. Databeveiliging op software niveau VSAN gebruikt voor databeveiliging de softwarelaag en maakt geen gebruik van de hardware RAID. Hierdoor is er geen performance- en capaciteitsverlies die hardware RAID controllers met zich meebrengen. Een van de parameters in de policy is Numbers of Failures to Tolerate. Deze parameter geeft aan hoeveel replica's er geschreven worden naar verschillende hosts om het gewenste beveiligingsniveau te bereiken voor een VM. Databeveiliging op rackniveau In VSAN is het mogelijk om fault domains te definiëren. Normaal gesproken worden alle hosts binnen een rack of datacenter geplaatst in hetzelfde fault domain. VSAN zal er voor zorgen dat een replica nooit meer dan éénmaal binnen een fault domain weggeschreven wordt. Hierdoor is er altijd een andere replica beschikbaar als een compleet rack uitvalt (mits de parameter Numbers of Failures to Tolerate minimaal 1 is).

Conclusie

Hoewel VMware VSAN een aantal unieke mogelijkheden biedt, wil dit niet zeggen dat VMware VSAN in alle gevallen de beste hyperconverged oplossing is. Elke oplossing heeft zijn specifieke kenmerken en elke businessvraag stelt zijn eigen eisen. Een onderzoek welke oplossing het beste tegemoet komt aan de businessvraag is daarom altijd noodzakelijk. Wel is VMware VSAN een serieuze kandidaat om een hyperconverged oplossing te implementeren. De toekomst start vandaag! Gaat u mee?